WC's, Warmte en een Wokpan

2 juli 2011 - Guilin, China

Voordat Coen zich bij ons reisgenootschap aansloot hadden we nog ruim een week te vullen in Hong Kong. Onze eerste indruk van de stad was de hitte, en dan niet zo'n lekkere Costa de Sol warmte met een blauwe lucht en stralende zon om bij bruin te bakken terwijl je geniet van je corona, maar eerder een benauwende, bedrukkende en stinkende temperatuur waardoor we al in verzopen katjes waren veranderd voordat we de stad uberhaupt hadden bereikt. Daar aangekomen kwamen we op een kamer terecht met een Nederlandse kerel genaamd: Coen (toeval?). De manager had ons een driepersoons kamer beloofd, maar wat hij niet vertelde was dat we hem moesten delen met familie Kakkerlak. Het was even wennen na de schone ruimtes in Australie, maar gelukkig waren mama en papa Kakkerlak veel aan het werk en hoefden wij ons alleen maar zorgen te maken over de kinderen. Een beetje huiselijk geweld kon in deze situatie geen kwaad.

Hong Kong zelfs is een wereldstad. Het is bijzonder groot en vooral heel hoog, maar boven alles nog erg westers. Zo zijn bijna alle grote winkels in de stad van internationale merken en kwamen we met ons geoefende Engels nog redelijk ver bij de plaatstelijke bevolking. De dagen hebben we doorgebracht met toeristische hoogtepunten en het banjeren door de stad om de Engels-Chinese cultuur te snuiven. Al snel kregen we genoeg van de stank. De aroma's liepen van bevuilde lichamen tot bedorven vlees en van uitlaatgassen tot uitwerspelen. Zelfs de regen kon de stad niet schoonspoelen. Ondanks dat hebben we erg genoten van de drukte, de lichten en de gebouwen. Ter integratie hebben we nog een voetbalmatch gespeeld tegen een stel Chinezen, waarbij Luc zich opstelde als een ware van Persie door zich tot het 16-meter gebied te beperken en een hattrick te maken en Thomas zich ontpopte als een echte Robben door halverwege een enkelblessure op te lopen en zichzelf uit te schakelen voor de daaropvolgende week. Een paar dagen nadat Coen was vertrokken naar Thailand, haalden we Coen op van het vliegveld en stelden we hem binnen een dag bloot aan de stad.

In de afgelopen week hebben we onze eerste ervaringen opgedaan in het echte China en hebben we het Britse aftreksel genaamd Hong Kong achter ons gelaten. China heeft, met zijn Aziatische karakter, nu al een indruk op ons achter gelaten. Een echte cultuurshock is het nog niet, maar we zullen hier even onze bevindingen van deze beschaving op een rijtje proberen te zetten.

Allereerst een van de voornaamste levensbehoeften van de mens: een degelijk water closet. Nou zijn wij, als drie reizende kerels, niet bijzonder veeleisend, maar dit gaat wel erg ver. Eenieder kent wel de verschrikkelijke toiletten langs de Franse autoroute...  in plaats van comfortabel zittend op een pot, prefereren zij het hurken boven een gat in de grond. Zo ook in China, maar dan nog een tikje erger. Het gemiddelde kleinste kamertje in een hostel is nog goed te doen, hoewel de riolering hier zo fragiel is dat het wc-papier in een nabij prullenbakje moet worden gedeponeerd. Je kunt je voorstellen dat het na een dag of twee tijd wordt om van kamer te wisselen. Mocht je echter midden op straat de hoge nood voelen, dan ben je waarlijk het haasje. De publiekelijke plee is regelrechte zelfmoord voor het reukorgaan en de eetlust. Geen wonder dat veel Chinezen de kant van de weg prefereren. Ze verkiezen de kant van de weg bovendien ook voor andere dingen waaronder plastic flessen, gevulde vuilniszakken, ontbindend voedsel en als je een beetje geluk hebt een versgeschraapte, groen-bruine rochel vlak voor je voeten geplaatst. De steden zijn dan ook vergeven van het ongedierte.

Onze tweede confrontatie was het Chinese voedsel. Alledrie zijn we grote liefhebbers van het Nederlandse eten; stamppotten, kroketten, kaas en appelmoes tellen we tot onze favoriete kost. Het Chinese voedsel was dus, letterlijk, even slikken. We hadden een voorproefje in Hong Kong met koeiendarmen (die overigens niet eens zo slecht waren), maar dat verbleekte bij wat er in China op het menu verscheen: Eendenhersens, dubieuze onderdelen van de inktvis, hot dogs en het merkwaardige "Burned Children Overnight". We durfden niet te vragen naar de ingredienten. Met elke kilometer die we tussen ons en Hong Kong legden, daalde de kwaliteit van het eten in de supermarkt; je kunt van geluk spreken als je iets kunt vinden wat pas een maand over datum is en de chips hebben smaken varierend van komkommer tot ijsthee. We hebben nog een poging gewaagd tot de een echte Chinese lekkernij: Gedroogde hagedis op een stokje. We hebben hier op het laatste moment toch maar vanaf gezien toen er maden uit de buikholte kropen. Desondanks staan de gefrituurde tarantula en geglazuurde schorpioen nog steeds op het verlanglijstje. Verder is het Chinese eten goed te eten, al houden ze wel erg veel van ofwel zoet ofwel pikant en hebben ze een grondige hekel aan krokant voedsel.

Onze derde bevinding mag wat ons betreft een wonder genoemd worden: Het vervoer. Het is grandioos om te zien hoe de chaos die verkeer heet hier blijkt te werken. Ieder doet wat voor hem op dat moment het beste uitkomt en daar bij mogen de overtollige regels omtrent het parkeren, inhalen, spookrijden en voorsorteren genegeerd worden. De enige echte regel is dat er hierbij veelvuldig gebruik moet worden gemaakt van de claxon. We hebben intussen al enkele richtlijnen voor het gebruik van de toeter weten te ontcijferen. Men toetert als:
- Hij remt.
- Hij gas geeft.
- Hij schakelt.
- Hij zich op de tegenliggende rijbaan begeeft.
- Hij iemand ziet die zich op de tegenliggende rijbaan begeeft.
- Hij iemand ziet die hij kent.
- Hij iemand ziet die hij niet kent.
Wonderbaarlijk genoeg toeteren ze nooit als ze gefrustreerd zijn. Het mooie van dit syteem is... dat het werkt, zolang je alles maar met overtuiging doet. Mensen kunnen zelfs temidden van deze warboel op een kruispunt gewoonweg oversteken zolang ze maar doen alsof ze de auto's niet zien. Een mogelijk gevaar opmerken is een teken van zwakte en ontsteekt een concert van autohoorns.

Een laatste punt gaat uit naar de inwoners. De steden zijn een mengelmoes van vriendelijkheid, behulpzaamheid, oplichterij en toeristische gewiekstheid. Daarnaast zijn veel mensen westervreemd; we zijn al meerdere keren gevraagd om op de foto te gaan met groepen giechelende schoolmeisjes en we hebben al meerdere kinderen ongegeneerd naar ons zien wijzen en schreeuwen. We kunnen ze niets kwalijk nemen want de verschillen tussen ons en de plaatselijke bevolking zijn dan ook erg groot. De grappen over Chinezen rijzen dan ook de spreekwoordelijke wokpan uit. Een bijproduct van het je bevinden in een etnische minderheid dunken we.

De bovenstaande ontdekkingen hebben we opgedaan tijdens onze reis die ons vanaf Hong Kong leidde naar Yangshuo. Daartussen zijn we gestopt in Guanzhou; een metropool en een van de grootste steden van China. We dachten dat de smog in Hong Kong al erg was, waar de lucht niet meer blauw kon zijn, maar slechts lichtgrijs. Guanzhou deed daar nog een schepje bovenop en vanuit de binnenstad kon je aan het eind van de middag recht de zon in kijken zonder blijvende schade (denken we). Guanzhou was wel onze eerste echte ervaring met China en daar hebben we met volle teugen van genoten. We hebben eindeloos gewandeld door de kleine smerige straatjes met marktjes voor de deur waar alles te koop was, afgewisseld met gigantische winkelstraten waar de kalverstraat nog wel een puntje aan kan zuigen. Om het stedelijke geweld te ontsnappen hebben we ons meer naar het platteland verplaatst en pakten we een trein naar het westelijke stad(je, voor Chinese begrippen) Guilin. De stad is een toeristische hotspot en we zijn de trekpleisters langsgegaan alvorens we ons echt naar het platteland begaven in Yangshuo. Hier sliepen we in een hostel gerund door een Nederlandse familie. Coen werd hier, zuchtend, gedwongen Thomas en Luc te aanschouwen terwijl zij met lui gesmak en pleziergeluiden hun Hollandse hapjes naar binnen werkten. Vanaf daar hebben we een boot- en fietstochten gemaakt over het betoverende landschap van karstbergen die uit het niets de hemel in schieten. Intussen zijn we weer terug in Guilin waar we morgen de slaaptrein pakken naar Chengdu voor een knuffelsessie met een stel panda's.

Foto’s

6 Reacties

  1. peter laros:
    2 juli 2011
    Heel bijzonder jongens! Het is wel uniek wat jullie meemaken
  2. marij van lierop:
    2 juli 2011
    Hoi Coen,Thomas en Luc,
    Bijzonder wat jullie meemaken.Leuk zo`n onderhoudend reisverslag te lezen.Mijn herinneringen aan reis met Geerteke in India, de viezigheid naast de schoonheid van het land komen weer boven.Wat zullen jullie genieten van zo`n totaal andere cultuur.Heel veel plezier toegewenst.Knap dat jullie zo reisbelust zijn.Veel liefs Marij
  3. Piet:
    2 juli 2011
    Jullie blog is weer, net als de andere, geweldig geschreven, grappig maar ook echt een verhaal en een sfeertekening. Heel knap dat jullie dat volhouden. Als er prijzen voor uitgereikt worden zou ik jullie aanmelden! En ik ben niet de enige....
  4. Charlotte:
    2 juli 2011
    Wat een ervaringen !!!! Bijna niet voor te stellen al die verschillen als je hier door De Bilt loopt. Jullie humor is weer gestegen, heerlijk om te lezen !!
  5. marije:
    3 juli 2011
    Hahahaha, fantastisch dit weer.. Ik vind dat jullie minstens 1 van de nationale delicatessen moeten proberen!! Gestoofde hond misschien een suggestie?
  6. Kosse:
    10 juli 2011
    haha weer genieten jullie verhaal!! Wij zijn trouwens ook echt op precies dezelfde plekkies geweest. Ik herken heel veel van jullie foto's met wat wij hebben gezien, heel vet om te zien.