Zandeiland, Zeiltocht en een Zwaarmoedig afscheid

21 juni 2011 - Cairns, Australië

Er stonden in Australie nog drie dingen op ons lijstje om te doen. Het eerste was drie dagen lang rijden in een jeep op het grootste zandeiland ter wereld; Fraser island. We hadden niets vooruit geboekt, dus toen we in Rainbow Beach uit de bus stapten snelden we naar het dichtstbijzijnde reisbureau om voor sluitingstijd nog de volgende dag te kunnen vertrekken. De vrouw achter de balie was echter een kleine ontmoediging. In gesprek, gedrag, gehandel en zelfs kledij kwam zij overeen met de kerel die ons de flop genaamd "Ford Falcon" aangesmeerd had. Uiteindelijk de stap toch maar gemaakt ervan uitgaand dat we niet twee keer in dezelfde vakantie (een oor aan) genaaid zouden worden. Op het laatste moment nog inkopen gedaan en spullen gepakt en de volgende ochtend stonden we op de veerpont te wachten tot we het natuurgebied onveilig konden gaan maken.

Het eiland zelf was prachtig. Bizar om te zien hoe een regenwoud op een berg zand kan gedijen. Het weer was goed, de stranden verlokkelijk en de groep van ruim twintig man erg gezellig. Wat betreft de flora zat het goed, ondanks dat de gids bij elk modderig stroompje of bruine vijver vermeldde dat het water goed was voor huid en haar, met als gevolg dat de dames uit de groep zichzelf iedere tien minuten ter water lieten. De fauna was een ander verhaal. Dingo's (schrale wilde honden) zijn de eerste keer leuk om te zien en het waard om de auto stil te zetten, maar je wordt ze vrij snel zat als ze 's avonds laat het kamp onveilig komen maken en de tent kapot scheuren, omdat je per ongeluk een koekje had laten slingeren. Wat alles nog erger maakte was dat er ooit een onnozele meid in een dronken bui naar de wc probeerde te strompelen, maar zich falikant de verkeerde kant op begaf. De troela kwam jammerlijk genoeg een dingopaar in de liefdesdans tegen en moest het ontgelden door een stuk kuitbeen in te leveren. Door dit akkefietje wordt iedereen sindsdien verplicht om "dingo-safe" te handelen en de twintig meter naar de wc altijd met partner te overbruggen. Desalniettemin waren er ook schildpadden vast te houden en zelfs walvissen te spotten, wat een hoop goed maakte.

Het tweede punt op ons lijstje was iets wat we al veel eerder hadden moeten doen: surfen. We hadden deze oeraustralische bezigheid uitgesteld tot een gehucht genaamd "The Town of 1770" (wederom bezaten de stichters een grenzeloze fantasie) omdat het daar het goedkoopste en schijnbaar het best voor beginners was. De poging hebben we gewaagd maar het kwam meer neer op dobberen in het water dan glijden over de verlepte golfjes. De volgende dag wilden we nog een tweede poging wagen, maar de omstandigheden waren er niet beter op geworden.

Het laatste wat we nog wilden doen was een zeiltocht rond de zogenaamde "Whitsunday Islands". Deze eilandengroep is sub-tropisch en bezit een van de mooiste stranden ter wereld. We hadden wederom last-minute een boot geregeld samen met onze germaanse reisgenoot Chris. Onze verwachtingen waren vrij laag na het zien van de naam van het schip: Broomstick. Gelukkig viel het alleszins mee en bleek het om een paar jaar oud wedstrijdschip te gaan dat zelfs enkele medailles had bemachtigd. Dit konden we beamen na de eerste dag, waar de zon zich opvallend afwezig hield en er een flinke wind stond. De tweede dag bleef de zon ook weg en moesten we de oogstrelende stranden jammerlijk genoeg bezichtigen met bewolking en mist. Tegen het eind van de middag hebben we nog even het koraal gemolesteerd tijdens een snorkelpoging. Dit vandalisme was geheel onopzettelijk en (gelukkig?) waren onze voeten er vele, vele malen slechter aan toe dan het koraal. Nemo hebben we niet gevonden, maar wel een groot aantal andere bijzondere tropische vissen. Op de derde dag hebben we dit nog eens over mogen doen en bleef het koraal bij ons uit de buurt. De zon brak de laatste uren zelfs door en fris en fruitig stapten we weer van de boot af. Dikke kans dat dat kwam doordat de schipper gezonder voor ons had gekookt dan McDonalds in de drie voorafgaande weken voor ons had gedaan... Met deze nieuwe energie probeerden we nog onze gloriedagen uit Nieuw-Zeeland te herleven door een stevige wandeling te maken om mogelijk een boomslang te zien. Alleen Thomas was na vijftien minuten nog vastberaden door aan het stappen.

Onze tijd in Australie kwam al gauw ten eind en na de boottocht vanaf Airlie Beach trokken we door naar onze laatste bestemming: Cairns. Hier konden we door tijdsgebrek slechts een enkele nacht doorbrengen om op waardige manier afscheid te nemen van onze tijd op dit continent. Samen met Chris hebben we - enigszins zwaarmoedig - als laatste avondmaal nog een overheerlijke kangoeroesteak naar binnen gesmikkeld en een enkel resterend feestje gepakt alvorens we onze tassen in het vliegtuig propten en de oversteek maakten naar Hong Kong. Daar wachten we nu al een paar dagen de komst af van onze nieuwe reisgenoot voor de komende maand: Coen de Lange; levenskameraad, recent geslaagd, eervol bewoner van het pleintje en partner in crime tijdens al het kattenkwaad in onze jeugd. Duurt lang.

Foto’s

3 Reacties

  1. Annelien:
    21 juni 2011
    nou mannen, nu australie geen geheimen meer voor jullie heeft, nog even snel ertegenaan en China ff doen! Beklim tijdens het wachten op Coen even een paar wolkenkrabbers of leer wat chinees. Heel veel plezier nog de komende tijd!
  2. Ange:
    21 juni 2011
    Coen is er volgens mij ook helemaal klaar voor. Vanavond komt nicht Beatrijs haar chinese reisverhalen met Coen delen. Dat worden 3-4 fraaie weken als ik het zo zie en hoor. Ben benieuwd of jullie Shanghai zullen kunnen bezoeken vanwege de overstromingen.
    Jongens, geniet van dit onuitputtelijke land en kom gezond weer terug.
  3. Charlotte:
    21 juni 2011
    Jeetje, wat gaat de tijd toch snel. Jullie zitten inmiddels al weer in China, het land voor mij van wijsheden, bezinning, andere geneeskunde........Laat je inspireren............... en geniet.